Meet ecommerce events in GA4 én Universal Analytics met alleen de vernieuwde datalayer pushes

Wanneer moet je de datalayer aanpassen aan GA4?

Bijna al onze klanten die met Google Analytics werken zijn bezig de migratie van Universal Analytics (UA) naar Google Analytics 4 (GA4). Organisaties maken dus kennis met het nieuwe datamodel van GA. Dit nieuwe datamodel betekent ook dat er nieuwe datalayer pushes voor ecommerce gemaakt zijn.

Google heeft het model zo ontworpen dat de oude enhanced ecommerce datalayer pushes ook kunnen worden gebruikt voor de nieuwe metingen, maar dat betekent niet direct dat deze makkelijke oplossing de beste is.

Tijdens het overstapproces zal UA logischerwijs nog de single source of truth zijn. Het ecommerce onderdeel maakt extra duidelijk waarom dat ook wel noodzakelijk is voor veel organisaties. Tijdens het schrijven van dit artikel ondersteunt de vernieuwde ecommerce namelijk geen custom item parameters (parameters op productniveau), waardoor met GA4 nog niet dezelfde hoeveelheid productdata verzameld kan worden.

Een bedrijf dat kleding verkoopt, zou bijvoorbeeld bij een t-shirt naast de standaard dimensies de volgende extra informatie kunnen verzamelen:

• stock-keeping unit (sku)
• maat
• kleur
• is het voor mannen en/of vrouwen
• is het t-shirt nog op voorraad
• hoeveel voorraad is er precies
• is het product momenteel in de sale
• wat is de korting
• etc.

Deze informatie kun je niet allemaal kwijt in de standaardparameters. Daarom heeft UA product-scoped custom dimensions. En daarom hebben veel organisaties custom item parameters nodig voordat ze GA4 ecommerce volledig kunnen gebruiken.

Waarom moet je nu al gebruik willen maken van de vernieuwde ecommerce datalayer pushes in GA4?

De oude enhanced ecommerce implementatie moet dus nog ondersteund worden terwijl je bezig bent met het neerzetten van de nieuwe. Wij zien twee belangrijke redenen om nu al wel gebruik te willen maken van de vernieuwde ecommerce datalayer pushes:

• Als je nu bezig bent met de migratie, is dit ook het moment dat het in de hele organisatie duidelijk is dat er verandering gaat komen. Én dat er dus tijd vrijgemaakt moet worden bij development teams om aan de datalayer te sleutelen. Als je wacht, gaat het momentum misschien voorbij en wordt het moeilijker om die tijd te claimen.
  
• GA4 ecommerce biedt nieuwe events om te meten, zoals view cart en add to wishlist. Hoe ga je die meten als je nog met de oude datalayer pushes werkt?

Wij adviseerden al eerder om meteen te beginnen met de GA4 implementatie . Betekent dit voor jou dat je ook ecommerce metingen moet implementeren? Dan is ons advies om meteen gebruik te maken van de nieuwe datalayer pushes. En wil je dan voor nu je oude implementatie ook draaiende houden? Dit kun je heel makkelijk doen met onze nieuwe variabele in Google Tag Manager.

Hoe werkt de variabele in Google Tag Manager?

Deze custom template is ontwikkeld door onze collega Anton. In de officiële documentatie vind je alle details over hoe het werkt en een uitgebreide suggestie voor gebruik. Er is ook een demo-pagina waar je kunt bekijken hoe het in de praktijk zou werken als je die suggestie implementeert. In dit artikel volstaat daarom een korte samenvatting:

Als je de template toevoegt uit de Community Template Gallery en daarna een nieuwe variabele aanmaakt, kun je onder Custom Templates kiezen voor ‘GA4 ecommerce to UA EEC’ als type variabele.

De variabele doet zoveel mogelijk automatisch, op basis van de meest recente ecommerce datalayer push, maar heeft ook nog één waarde als input nodig. Dat is de GA4 ecommerce eventnaam die bij die datalayer push hoort, zodat het juiste enhanced ecommerce object kan worden gevormd.

Daarnaast is er nog de optionele mogelijkheid om custom item parameters toe te voegen, om die te vertalen naar custom dimensies of metrics. Want ondanks dat de nieuwe parameters door Google Analytics (en BigQuery als je de export aan hebt staan) nergens worden opgeslagen, zijn ze misschien wel relevant voor je enhanced ecommerce implementatie.

Je kunt ze dus wel toevoegen aan de datalayer en dan met de variabele naar de juiste custom definition verwijzen. Daarbij, als GA4 de custom item parameters eenmaal toevoegt, ben je daar ook meteen klaar voor.

De eerdergenoemde demo laat bijvoorbeeld zien hoe de parameter ‘item_type’ aan UA wordt meegegeven als ‘pr1cd1’ (product 1 custom dimension 1). Dit kun je goed bekijken als je Tagbird gebruikt:

Dit is wat je moet weten over deze variabele. Hopelijk helpt het je om de migratie naar GA4 soepeler te laten verlopen.

Hulp nodig bij het implementeren van GA4?

Ben je op zoek naar meer hulp dan deze variabele je biedt? Dan willen we graag weten waar jij precies naar op zoek bent. Neem contact met ons op, we helpen je graag verder!

1x per maand data insights, praktijkcases en een kijkje achter de schermen ontvangen?

Meld je aan voor onze maillijst en blijf 'up to data':